AV Haarlem Beginpagina nr 10 Nr 8

9. Age van der Zee

Beste prestaties bij AV Haarlem
10x100 m1.52.31930CR
4x400 m3.35.81930 
200 m horden27.31930CR
polshoog3.901934NR/CR
discus34.741927 
speer49.311930CR

Overleden in november 1982. Actief van 1927 t/m 1938. Kwam daarvoor uit voor Concordia (Haarlem).

De eerste uit een reeks toppolsstokspringers bij de HAV. Hij heette officieel Age (een Friese naam), werd echter door iedereen Kees genoemd en op ranglijsten en in uitslagen kwam ik hem telkens weer als Anne tegen. Age/Kees/Anne werd in 1927 door Hil van der Meij benaderd om lid van de HAV te worden. Hij kwam tot dan toe als turner-atleet uit voor Concordia en was een leeftijdsgenoot en vriend van de latere HAV-trainer Jan Hut. Zoals zovele Concordia-leden (Steph van Musscher, Gerrit Eijsker, Dick Nooij, Dick van Dalen, Piet Spoor) maakte Age de overstap naar de HAV. Hij was al snel een van onze topatleten. Trainend onder de Zweedse toptrainer Anders William Kreigsman evenaarde hij reeds in 1927 het clubrecord polsstokhoogspringen (3.40). In 1928 mocht Age naar de Olympische Spelen in Amsterdam, waar hij met 3.30 niet in de finale kwam. Later dat jaar verbeterde hij zich in Nijmegen tot 3.601/2, waarmee hij voor het eerst alleen clubrecordhouder werd. Hij zou achttien jaar clubrecordhouder blijven. De sprong van 3.60 1/2 was overigens 1 cm hoger dan het bestaande Nederlandse record, maar het record werd om een of andere duistere reden alleen toegekend aan Tj. Pasma (UDI), de kampioen van 1928, die de wedstrijd met dezelfde hoogte won.

In 1929 liet Age zien dat hij nog meer kon dan polsstokspringen: met 46.72 werd hij clubrecordhouder speerwerpen. 1930 werd het succesjaar voor Age. Reeds in juni verbeterde hij op het Haarlem-terrein het Nederlands record polsstokspringen (3.62). Hij raakte dat record 4 weken later weer kwijt aan L.M. Oorschot (Brederodes), de kampioen van 1929. Binnen een week sloeg Age terug en hoe! Bij de AAA-kampioenschappen in Londen (GB) sprong hij over 3.73 en zo had hij het record weer terug. Vervolgens zou het Nederlands record 16 jaar onafgebroken in het bezit van Age blijven. Bovendien werd hij in Londen 1e, waarmee hij een medaille van echt goud verdiende. Later zou hij daar nog zijn trouwringen van maken. 1930 was ook het jaar waarin Age voor het eerst Nederlands kampioen werd (3.70). Later in het seizoen bleek hij nog veel hoger te kunnen: in Amsterdam werd het 3.81 1/2 en in Hilversum 3.86, uiteraard goed voor twee Nederlandse records en clubrecords. Tenslotte brak hij in 1930 nog clubrecords op de 10x100 m (1.52.3, nooit meer verbeterd), 200 m horden (27.3) en speerwerpen (49.31). Met zijn achtergrond als gymnast was het beheersen van meerdere disciplines uiteraard niet zo vreemd.

Na zijn eerste kampioenschap in 1930 volgden er binnen 5 jaar nog 4 titels: in 1931 (3.60), in 1932 (3.81), in 1934 (3.80) en in 1935 (3.80). In 1935 versloeg hij o.a. clubgenoot Joop Verkes die met 3.70 tweede werd. De sterkte van de HAV-ploeg bij het polsstokspringen bleek ook in 1936 waar Cor Lamoree goud pakte (3.60) en Age 3e werd (3.40). Op de AAA-kampioenschappen (toendertijd de voorloper van de Europese kampioenschappen) werd Age na zijn winst in 1930 nog eens twee keer 2e. Ook wist hij zijn Nederlands record nog twee keer te verbeteren: in 1932 werd het in Hilversum 3.87 1/2 en in 1934 in Medemblik 3.90. Deze 3.90 was formidabel gezien de toenmalige omstandigheden: Age moest springen met een bamboestok (welke in die tijd meestal gebarsten en kurkdroog waren) op een voetbalveld met een hobbelige grasaanloop en met een zandbak als landing (van landingsmatten had men toen nog nooit gehoord). Age bleef zelf tot en met 1938 actief, maar was toen inmiddels door zijn clubgenoten Cor Lamoree en Joop Verkes voorbijgestreefd (alhoewel zijn record pas in 1946 werd verbeterd).

In totaal kwam Age 8x uit voor de Nederlandse ploeg. In de strijd om de PH-beker is hij een groot puntenverzamelaar geweest, ik noem bijvoorbeeld zijn 1e plaats in de finale van 1934 en zijn 2e plaats in 1936. Vreemd is het dat Age in 1934 niet uitgezonden werd naar de eerste Europese kampioenschappen in Turijn (I), aangezien de bronzen medaillewinnaar daar net zo hoog sprong als Age in hetzelfde jaar in Medemblik. Toch heeft Age vele internationale successen behaald (zie o.a. zijn resultaten in Londen). Anno 1961 stond hij met zijn 3.90 trouwens nog altijd 4e op de Nederlandse ranglijst aller tijden. Age komt de eer toe de polsstoktraditie bij de HAV te hebben ingezet. Age werd na het seizoen 1934 door het bestuur onderscheiden met de Kreigsmanbeker. Later zou hij ook het Officierskruis in de orde van Oranje Nassau krijgen, een onderscheiding waar hij zeer trots op was. Age was meer dan alleen een (allround) atleet. Hij was een prima schaatser, zwemmer en zeiler. Hij ging in Amsterdam wonen en M.O. lichamelijke oefening studeren. Toen hij daarvoor geslaagd was ging hij een aantal jaren de Noorse schaatsploeg begeleiden en was hij daar conditietrainer. Later werd hij topambtenaar bij de Rijksverzekeringsbank. Eind 1982 is Age overleden.

Frank van Ravensberg