AV Haarlem Beginpagina nr 11 Nr 9

10. Paul Jaspers

Beste prestaties bij AV Haarlem
100 m13.41981 
400 m54.31983 
800 m1.52.841986 
1000 m2.26.31983CR
1500 m3.43.81984NR/CR
2000 m5.17.41987 
3000 m7.57.621984NR/CR
5000 m14.01.611989 
4x800 m7.50.171991CR
1500 m steeple-chase4.24.71982CR
2000 m steeple-chase6.09.21982CR
1500 m indoor3.45.51989 
3000 m indoor8.04.011989CR

Lid van AV Haarlem geworden in april 1981. Actief tot en met 1991.

Toploper op de middenafstand. Paul liet voor het eerst van zich spreken tijdens een strandloop op 11 januari 1981, waar hij op de 10 km zomaar 10e werd in 37.15. In zijn eerste officiële wedstrijd liep Paul meteen 2.03.8 op de 800 m. Net een paar maanden bezig met atletiek was hij op de NK 1500 m jongens B al goed voor 4.06.9 en een 4e plaats. Later in het seizoen kwam hij nog tot 2.03.2 (800 m), 9.02.2 (3000 m, clubrecord) en 4.41.0 (1500 m steeple-chase, clubrecord). In december kwam hij op de 3000 m indoor met 9.06.7 tot een clubrecordverbetering bij de jongens A en B. Met zijn verrassende 2e plaats bij de clubkampioenschappen veldlopen in de seniorenklasse bestendigde Paul zijn vorm.

Paul ging op de dag van de Nederlandse indoorkampioenschappen 1982 rustig eerst naar de kapper, waarna hij 's avonds (met minder luchtweerstand door zijn nieuwe kapsel) naar zilver op de 1500 m jongens B liep (4.11.43, clubrecord jongens A en B). De volgende dag wist hij weer zilver te winnen op de 3000 m jongens B (9.08.38). Inmiddels met een gemillimeterde coup rondlopend kwam Paul tijdens het baanseizoen al meteen onder het clubrecord 2000 m steeple-chase jongens A (6.12.0). Bij de 5-districtenontmoeting verbeterde hij die tijd tot 6.09.2, een nooit meer verbeterd clubrecord. Met die tijd stond hij in 1982 vierde op de Nederlandse jeugdranglijst. Tijdens de Coupe Nationale Nederlanden in Haarlem volgde het clubrecord op de 3000 m jongens B (8.37.83, een nooit meer verbeterd record) en een zeer fraaie overwinning. Twee dagen later ging het clubrecord op de 800 m jongens B er op Papendal ook aan: 1.56.9 (ook dit record staat nog steeds overeind). In een interland tegen Nordrhein in Nijmegen wist hij ook het clubrecord 1500 m steeple-chase jongens B te verbeteren: 4.24.7. Het was zijn debuut in oranje en ook dit record houdt nog altijd stand. Met deze serie schaarde Paul zich bij de top 3 van Nederland op de 3000 m, stond hij zelfs bovenaan op de steeple-chase en was hij 4e op de 800 m (alles bij de jongens B). Daardoor waren de verwachtingen hoog gespannen voor de Nederlandse jeugdkampioenschappen. Ondanks een blessure in de voorbereiding maakte Paul deze verwachtingen volledig waar: goud op de 1500 m steeple-chase (4.26.2) en zilver op de 3000 m (8.56.0). In september wist Paul nog een keer voor vuurwerk te zorgen met een clubrecordverbetering op de 1500 m jongens B (4.00.5, nooit meer verbeterd), waarmee hij in 1982 derde van Nederland stond. Paul werd in 1982 ook de eerste clubrecordhouder op de 300 m horden jongens B (46.3). Aan het einde van het jaar werd Paul nog 3e bij de A-jeugd in de Warandaloop in Tilburg en werd hij clubkampioen veldlopen bij de senioren.

Paul begon het jaar 1983 al meteen goed met een clubrecord senioren en jongens A op de 3000 m indoor (8.50.7, een record dat hij bij de senioren al weer snel kwijt was aan Kees Hordijk), een clubrecord op de 1500 m indoor jongens A (3.58.73) en twee Nederlandse titels op de 1500 m indoor jongens A (4.01.45) en de 3000 m jongens A (8.41.58, clubrecord senioren en jongens A, hij pakte het seniorenclubrecord weer terug). Bij de Nederlandse kampioenschappen veldloop jongens A over 7,39 km viel Paul net buiten de prijzen (4e). Hij had daarbij de pech dat hij aan de leiding lopend na 5 km een van zijn spikes in de modder verloor. Op de baan scherpte hij gelijk zijn persoonlijk record op de 800 m aan tot 1.56.3 (in de eerste juniorencompetitiewedstrijd). Vanaf 1983 mocht Paul ook meedoen aan de seniorencompetitie. Zijn eerste optreden leverde meteen een forse verbetering van zijn tot dan toe beste tijd op de 1500 m op, in Amsterdam werd het 3.54.9. Vervolgens werden beide tijden in de volgende competitiewedstrijden weer verbeterd: 800 m in 1.55.9 (juniorencompetitie) en 1500 m 3.51.4 (clubrecord jongens A in de seniorencompetitie). Met de laatste toptijd ging Paul voor het eerst onder een record door van zijn broer Stijn. Paul leek vervolgens favoriet voor het Nederlands kampioenschap 1500 m jongens A, maar hij liet zich in de eindsprint nog net verschalken, zilver voor hem in 3.56.60. Hij werd vervolgens bij de 5-districtenontmoeting 2e op de 3000 m en toog naar Koblenz (D) voor een jeugdinterland tussen West-Duitsland, Groot-Brittannië en Nederland. Daar bleef hij maar 0,47 seconde boven de limiet voor de Europese jeugdkampioenschappen. Zijn 3.50.47 op de 1500 m betekende opnieuw een clubrecord bij de jongens A. Daarna ging Paul voor de Koninkrijksspelen naar Curaçao (Nederlandse Antillen). Op deze sfeerloze wedstrijden werd hij op een zeer slechte baan 3e op de 800 m en 2e op de 1500 m. Paul ontpopte zich tijdens deze trip als een ervaren kakkerlakken- en muggenbestrijder. Nauwelijks terug kwam hij in Breda al weer namens oranje aan de start. Aan het slot van het baanseizoen had Paul nog een zeer grote verrassing in petto. In Leiden dook hij onder het seniorenclubrecord op de 1000 m van zijn broer Stijn. Met 2.26.3 zette hij een tot nu toe ongeëvenaard record neer. Dat hij 2 dagen later niet zo geweldig liep op de Nederlandse estafettekampioenschappen (9e op de 4x800 m), deed aan die grootse prestatie niets af. Weer een week later wist hij overigens zijn 800 m tijd te verbeteren tot 1.54.5. Paul zette het crossseizoen goed in met een 2e plaats in Tilburg (Warandaloop) en een 3e in Wassenaar (Duindigt-cross).

Daar kwam in januari 1984 een 2e plaats in Breda (Nike-cross) bij, slechts 1 seconde achter winnaar Marcel Versteeg (VAV). Het indoorseizoen werd zijn beste ooit. Eind januari liep hij in Dortmund (D) de 1500 m in 3.51.0, niet alleen een verbetering van het clubrecord jongens A (nooit meer verbeterd), maar ook zijn eerste Nederlandse record (oud 3.51.6 van Wibo Lelieveld (de Bataven)). Met 8.18.84 (een nooit meer verbeterd clubrecord jongens A en ook een seniorenclubrecord) werd Paul vervolgens van kop af Nederlands jeugdkampioen op de 3000 m indoor. Bij de Nederlandse veldloopkampioenschappen moest hij eind februari toch weer Marcel Versteeg en ook nog Bob Dielis (HAC) nipt laten voorgaan, zodat het brons werd. De verwachtingen voor het baanseizoen waren na al deze prestaties natuurlijk hooggespannen en Paul stelde ons daarin niet teleur, integendeel. Toch kwam Paul door een slepende ziekte in april langzaam op gang. Uniek was het om hem op de tweede seniorencompetitiewedstrijd op de 1500 m getrokken te zien worden door zijn broer Stijn: 3.48.4 voor Stijn, 3.51.5 voor Paul. De Nederlandse kampioenschappen kwamen voor Paul te vroeg, anders had er beslist meer in gezeten dan alleen een finaleplaats bij de senioren op de 1500 m (3.53.84) en een zilveren plak bij de junioren op de 3000 m (8.23.34, weer achter Marcel Versteeg, die Paul in de sprint klopte). Paul kwam in juli pas echt in vorm. Op 6 juli kwam het eerste clubrecord op de 1500 m jongens A (3.48.02) in Hengelo. Enkele weken later won hij in Essen (D) afgetekend de 1500 m in 3.47.24, opnieuw een clubrecord. Op 2 augustus verscheen Paul aan de start in Neerpelt (B) met de bedoeling om in de buurt te komen van het Nederlands record van Wibo Lelieveld (3.44.7). Met een snelle slotronde kwam Paul op imponerende wijze tot 3.43.8, goed voor zijn tweede Nederlandse record en een (nog altijd niet verbeterd) clubrecord. 2 dagen later wist Paul in een 7-landenwedstrijd in Amsterdam overtuigend de 1500 m te winnen in 3.45.37. Het kon niet op, want op 14 augustus kwam hij in Hechtel (B) misschien wel tot zijn beste prestatie ooit. Op de 3000 m dook hij maar liefst 7 seconden onder het Nederlands jeugdrecord van Marcel Versteeg en deed de klokken stilstaan op 7.57.62. Vijftien jaar later is deze tijd nog altijd het bestaande nationale jeugdrecord (en uiteraard ook clubrecord jongens A). Nog in dezelfde week ging zijn persoonlijk record op de 800 m omlaag naar 1.53.1. Op de 1500 m werd Paul eind augustus 7e tijdens de Ivo van Damme memorial in Brussel (B) in 3.44.76. Alsof het niet genoeg was liep hij in de finale van de PH-beker waarin AV Haarlem 2e werd naar een 1e plaats en een nieuw clubrecord op de 5000 m jongens A. Met 14.34.38 (nooit meer verbeterd) dook hij liefst 13 seconden onder alweer een clubrecord van zijn broer Stijn. Paul stond eind 1984 op de Nederlandse jeugdranglijst 6e op de 800 m, 1e op de 1500 m, 1e op de 3000 m en 2e op de 5000 m. Bij de senioren stond hij 4e op de 1500 m en 3e op de 3000 m.

Het plotselinge overlijden van Stijn in oktober 1984 was uiteraard een enorme slag voor Paul. Niet alleen, omdat Stijn zijn enige broer was, maar ook omdat Paul trots was op wat zijn broer gepresteerd had en omdat hij zelf bezig was om in de voetsporen van Stijn te treden (niet alleen qua prestaties, Paul zou bijvoorbeeld later aan dezelfde Amerikaanse universiteit gaan studeren als Stijn). Was het vreemd dat we Paul in 1985 nauwelijks in actie zagen? Pas eind september liep hij in Heerhugowaard weer een wedstrijd. Over 3000 m liep hij toch nog 8.33.4.

Het jaar 1986 opende hij echter verrassend met een 2e plaats in Leiden (Gouden Spike), waar hij de 1500 m in 3.51.07 liep, en een persoonlijk record op de 800 m (1.52.84), eveneens in Leiden. Bij de eerste competitiewedstrijd in Amsterdam leek Paul met 3.46.17 op de 1500 m weer helemaal terug. Bij de Nederlandse kampioenschappen won hij wel zijn serie, mar in de finale belandde hij met 3.54.79 in de achterhoede. Zijn studieperikelen (eindexamen MTS) zullen hier wellicht ook debet aan zijn geweest. Vlak voor hij naar de Verenigde Staten van Amerika (UCLA Universiteit) vertrok, was hij bij de degradatiewedstrijd in de hoofdklasse in Breda de held van AV Haarlem door zowel de 800 m (1.57.81) als de 5000 m (14.37.4) te winnen. In de winter liep hij diverse keren een cross voor het team van zijn Amerikaanse universiteit.

Pas in juni 1987 was Paul weer terug in Nederland. Hij liep 1 dag later alweer mee met de tweede competitiewedstrijd (3.55.4 op de 1500 m). Bij de Nederlandse kampioenschappen werd hij 12e op de 5000 m (15.09.07). Na een trainingskamp in Chaam vertrok Paul begin augustus naar Hechtel (B), waar hij op de 2000 m zijn beste tijd ooit (5.17.4) neerzette. In 1987 was hij daarmee 4e op de Nederlandse ranglijst. In de hoofdklasse degradatiewedstrijd nam Paul weer 2 onderdelen voor zijn rekening (de 1500 m en de 5000 m) en won daarvan de 5000 m. Daarna ging hij weer naar de USA.

Ook in 1988 kwam Paul voor het eerst in actie op de tweede competitiewedstrijd en was hij op dat moment net terug uit de USA. Toch liep hij ondanks de jetlag 3.57.10 (1500 m). Die zomer kwam hij tot 14.01.9 (een persoonlijk record op de 5000 m, tevens tweede Haarlem tijd op de ranglijst aller tijden), 3.46.76 (op de 1500 m, uiteraard weer in Hechtel (B)) en 1.53.8 (800 m). De daaropvolgende winter 1988/1989 was Paul in Nederland voor het indoorseizoen en meteen was er weer succes op de Nederlandse kampioenschappen indoor. Na een aanvallend gelopen race werd hij 3e op de 3000 m (8.04.01, een nieuw clubrecord, dat nooit meer verbeterd is). Het leverde hem tevens een deelnameticket op voor de Europese indoorkampioenschappen in Den Haag, waar hij echter weinig succes had. Dat Paul in topvorm was bewees hij ook tijdens een indoorwedstrijd in Dortmund (D), waar hij de 1500 m in een nieuw persoonlijk record liep (3.45.5, slechts 0,7 seconde boven het clubrecord van Stijn). In de eerste competitiewedstrijd in Hengelo liep Paul als vanouds: 3.45.26 op de 1500 m. Bij de tweede competitiewedstrijd in Krommenie werd het 3.47.97 en bij de Westathletic-interland in Sittard 3.44.61. Bij de Nederlandse kampioenschappen koos hij voor de 5000 m (6e in 14.14). Bij een stratenmijl in Barcelona (E) snelde Paul naar de 5e plek in 4.05 op 2 seconden van de winnaar. Hij ging naar Krakow (PL) en Ostrava (TCH), waar hij resp. 3e werd op de 3000 m (8.08) en 2e op de 1500 m (3.48). Zijn beste tijden in 1989 waren verder 8.00.9 (3000 m, die hij op Papendal won) en 14.01.61 (een persoonlijk record op de 5000 m, gelopen in Koblenz (D)). Hij liep ook nog een 3000 m in Wattenscheid (D). In november was Paul nog gretig genoeg om de 10 km lange Heliomarecross in Wijk aan Zee te winnen (34.48), hij was daarmee de eerste winnaar van een cross uit het Kennemer Crosscup Circuit.

In 1990 benaderde Paul zijn beste tijden op de 800 m (1.53.69 in Krommenie) en 1500 m (3.44.6 op Papendal). In de competitie liep hij o.a. 3.47.46 en 3.49.37, behaalde hij in de tweede wedstrijd voor onze club de meeste punten en versloeg hij in de eerste wedstrijd Rob Druppers met 2 1/2 seconde (Rob liep wel in een andere serie). In 1991 begon Paul goed door tijdens een internationaal indoor gala in Den Haag 5e te worden op de 3000 m (8.14.69). Bij de Nederlandse indoorkampioenschappen werd hij 4e met 8.16.64, dit ondanks weinig training. In het daaropvolgende baanseizoen was Paul iets minder scherp dan de voorgaande jaren: 1.54.6 (800 m) en 3.51.10 (1500 m) waren zijn beste tijden en op het Nederlands kampioenschap 1500 m werd hij 9e (4.02.17). Toch was er in 1991 nog een (evenaring van een) clubrecord en wel op de 4x800 m (7.50.17 tijdens de Nederlandse estafettekampioenschappen in Dordrecht). Dit record is nog altijd niet verbeterd. Aan het eind van de zomer raakte Paul geblesseerd en vervolgens stopte hij met de actieve wedstrijdsport.

In zijn atletiekloopbaan kwam Paul 6x uit voor het Nederlands team. Hij kreeg van het bestuur diverse bekers uitgereikt: de Kreigsmanbeker (1990), de Van Musscherbeker (1983), de juniorenprestatiebeker (1982) en het WG-schild (1981). Paul woonde medio jaren negentig nog even bij mijn broer Evert en bij mij in Amsterdam, waar Paul en ik nog een paar keer samen trainden (en ik kon lopen wat ik wilde, maar Paul was niet moe te krijgen). Hij werkte nog een tijdje bij Greenpeace en tegenwoordig woont hij met zijn Tara (een Amerikaanse) in Bergen (bij Alkmaar).

Stijn Jaspers, de oudere broer van Paul, komen we verderop in deze laatste aflevering nog tegen.

Frank van Ravensberg