|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Lid van AV Haarlem geworden in januari 1978. Actief tot en met 1986. Een van onze meest succesvolle sprinters, die vooral op de estafette uitblonk, waar hij vrijwel altijd een van de lopers was die het verschil maakte. De in Aerdenhout woonachtige Mike meldde zich in de winter van 1977/1978 bij AV Haarlem. Het was al snel duidelijk dat de uit de Verenigde Staten van Amerika afkomstige sprinter een welkome versterking voor de competitieploeg zou worden. Met 10.8 op de 100 m tijdens de eerste competitiewedstrijd gaf Mike gelijk zijn visitekaartje af. Daarna zagen we hem in 1978 echter niet meer in actie. Toch werd hij dat jaar door het bestuur onderscheiden met de Van Musscher-beker. In 1979 meldde hij zich op alle afstanden tot en met de 400 m bij de Nederlandse top; op de seizoensranglijst van dat jaar stond hij 17e op de 100 m (11.06), 7e op de 200 m (21.5) en 5e op de 400 m (48.0). Op de Nederlandse kampioenschappen werd hij 4e op de 200 m en begon zijn succesreeks in de estafette: goud op de 4x200 m, goud op de 4x400 m en zilver op de 4x100 m. Op de 4x200 m verbeterde Mike 2x het Nederlands record (1.27.0 en 1.26.6) en op de 4x100 m, 4x200 m (2x) en 4x400 m (2x) werden ook de bestaande clubrecords aan gruzelementen gelopen. Verrassend was ook zijn 3e plaats bij de onderlinge wedstrijden. Onnodig te zeggen dat Mike vanaf 1979 op meerdere nummers een vaste waarde werd in de competitieploeg, waarbij hij een groot aandeel had in de successen van 1979-1984 (6x2e achter AAC), welke periode hij als actief atleet geheel meemaakte. Historisch is zijn 400 m, die hij als slotloper van de 4x400 m liep in de competitiefinale van 1979. Met een splittijd van 47.7 stelde Mike in het slotnummer de 2e plaats in het eindklassement veilig door concurrent Sparta (Den Haag) die na 1200 m ruim voorlag te achterhalen en op de streep te verslaan. In 1980 wist Mike zijn posities op de Nederlandse ranglijst min of meer te consolideren: 13e op de 100 m (10.8), 9e op de 200 m (21.5) en 14e op de 400 m (48.81). Hij werd dat jaar op de NK 5e op de 200 m en met de diverse estafetteploegen werd het een 4e plaats op de 4x200 m, brons op de 4x400 m en goud op de 4x100 m. In 1980 mocht Mike ook eenmalig het oranje shirt aantrekken: in Sittard bij een landenwedstrijd tegen Wales en Ierland. Met zijn 3 medelopers won hij bij die gelegenheid de 4x100 m. Op de 4x100 m kwam hij dat jaar tevens tot een clubrecord (41.67), dat nadien nooit meer verbeterd is. Tot de afdeling curiosa behoorde zijn optreden op de paardenrenbaan Duindigt in Wassenaar, waar hij het over een afstand van 50 m twee keer opnam tegen een paard. Tegen een Fries paard wist Mike te winnen, de andere keer was het paard sneller. Mike begon het jaar 1981 zeer sterk. Tijdens een goed bezette indoorwedstrijd in Dortmund (D) snelde hij naar 10.8 op de 100 m en 21.9 op de 200 m. Met de laatste prestatie zette hij een clubrecord neer, dat nooit meer verbeterd is. Op de 1e competitiewedstrijd in Nijmegen liep Mike tijdens de 4x400 m zijn snelste 400 m ooit (splittijd 47.0) en etaleerde hij ook op de 200 m en de 4x100 m (1e) zijn geweldige vorm. Daarna raakte hij echter behoorlijk geblesseerd en kon hij alleen aan het eind van het seizoen nog eens zijn neus aan het venster drukken met een 3e plaats op de NK 4x100 m. Toch was hij in 1981 nog 18e van Nederland op de 100 m (10.97) en 9e op de 200 m (21.6). Het grootste succes haalde Mike in 1982. Alhoewel hij op de 200 m tijdens de NK met een 4e plaats weer net naast de medailles greep en hij zich op de 4x100 m liet vervangen door Allan Ellsworth, was de gouden medaille op de 4x200 m er een om in te lijsten. Ondanks een hinderlijke wind snelde hij op die afstand met zijn 3 mede-Haarlemmers naar een fantastisch nieuw Nederlands record van 1.25.29, waarmee Mike zijn vierde Nederlandse (estafette)titel won. De tijd van 1.25.29 staat nog altijd overeind als Nederlands record en natuurlijk ook als clubrecord. Later in het seizoen kwam daar nog een memorabel clubrecord bij: op de 4x400 m bleven Mike (splittijd 47.5) en zijn maatjes met 3.14.1 slechts 0,13 sec. boven het Nederlands record. Hun clubrecord is nooit verbeterd. Met een 12e plaats op de seizoensranglijst van de 100 m (10.8), een 8e op de 200 m (21.7) en een 14e op de 400 m (48.2) bleef Mike in 1982 ook individueel op nationaal niveau meedoen. Het jaar 1983 bracht Mike zijn enige individuele NK-medaille: op de 200 m werd het zilver, net achter Diederik Everts (V<C uit Den Haag). Buiten vergat Mike zich op de dag van de NK tijdig te melden, zodat hij niet aan de start mocht verschijnen. Bij de NK estafette nam hij op gepaste wijze revanche met 2 gouden medailles op de 4x200 m en de 4x400 m. In 1984 kwam Mike door blessures weinig in actie. Toch veroverde hij ook dat jaar nog een medaille op de NK: zilver op de 4x400 m. In 1985 kwam Mike vrijwel alleen nog in estafetteverband uit. Dat leverde hem op de 4x400 m zijn zevende Nederlandse titel op in 3.14.64. Op de 4x200 m pakte hij ook nog zilver mee tijdens de NK. Blessures zorgden vervolgens voor een definitief einde van de sprintaspiraties van Mike. In 1986 zagen we hem voor het laatst in actie in de seniorencompetitie (op de 4x400 m). Hij was dat jaar ook actief als fietser (hij ging met een aantal AV Haarlemmers naar de Belgische Ardennen) en als lange afstandloper (!). Kort nadat hij gestopt was met atletiek trouwde Mike. Begin 1989 is hij weer teruggegaan naar zijn geboorteland, de Verenigde Staten van Amerika, waar hij vermoedelijk nu nog woont. Frank van Ravensberg |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||