|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Overleden eind 1996. Lid geworden van de HAV Haarlem in 1924, kwam daarvoor uit voor NAC. In 1928 of 1929 vertrokken naar DFC. Ook wel bekend als Jac. Boot. Jaap brak in 1923 nationaal door toen hij als lid van NAC Nederlands kampioen verspringen werd met 6.77,5 en in Rotterdam het Nederlands record verbeterde tot 6.98. In 1924 maakte Jaap als HAV-er een stormachtige entree. Op de 80 m, 100 m, 2x160 m, 4x100 m en het verspringen (3x) zette hij clubrecords neer;bij het verspringen verbeterde hij zijn eigen Nederlands record tot 7.08,5; hij werd in Amsterdam opnieuw Nederlands kampioen verspringen (met dezelfde 7.08,5); en als klap op de vuurpijl mocht hij naar de Olympische Spelen in Parijs (F). Daar kwam Jaap uit bij het verspringen en op de 4x100 m. Bij het verspringen werd Jaap met 6.36 uitgeschakeld voor de finale, maar de 4x100 m leverde een daverende verrassing op. Gestart in de 1e serie snelde het kwartet Jaap Boot (HAV Haarlem) - Harry Broos (PSV) - J. de Vries (ZAC) - Rinus van den Berge (Sparta) naar de overwinning in 42.0, hetgeen goed was voor een wereldrecord! Aangezien de Amerikaanse ploeg in de volgende serie al weer sneller was, waren Jaap en zijn companen een paar minuten later al weer wereldrecordhouder af, maar zij hadden zich wel geplaatst voor de finale. In die finale snelden zij naar een nog snellere tijd dan in de serie: met 41.8 zetten zij niet alleen een nieuw Nederlands record neer, maar ook wisten zij de 3e plaats te bemachtigen, de eerste medaille die Nederlandse atleten ooit op de Olympische Spelen behaalden. Het zou het hoogtepunt uit de atletiekloopbaan van Jaap zijn, maar wat voor een hoogtepunt! In 1925 en 1926 zou Jaap nog een aantal clubrecords verbeteren: 100 yards, 4x100 m (4x), hij liep in de Zweedse estafette zo'n goede 400 m (in 1926), dat het 39 jaar duurde voordat een ploeg sneller zou zijn (er was anno 1926 nog geen clubrecord) en in de Olympische estafette droeg hij met z'n 200 m (in 1925) eveneens bij aan de snelste tijd tot dan toe (er was in 1925 nog geen clubrecord). Twee keer verbeterde Jaap in die jaren het Nederlands record op de 4x100 m. Alhoewel de namen van de ploegleden onbekend zijn, mag voorts worden aangenomen dat Jaap deel uitmaakte van het kwartet lopers dat 2x Nederlands kampioen werd op de 4x100 m (1926, 1927). In de periode 1922-1926 kwam Jaap 6x uit voor oranje. Hij maakte vanaf 1924 deel uit van de gouden Haarlem-ploeg die vanaf dat jaar 10x achtereen de PH-beker won. In 1928 deed Jaap voor de 2e keer mee aan de Olympische Spelen, die in Amsterdam werden gehouden. Op de 100 m kwam hij echter niet verder dan de serie. Ergens in die periode moet hij zijn vertrokken naar DFC, waar hij in 1932 opnieuw succes had. Hij werd in dat jaar in Amsterdam voor de derde keer Nederlands kampioen verspringen met zijn verste sprong ooit (7.24). In 1933 wist hij zijn titel met een sprong van 7.12 nog te prolongeren, daarna zijn mij geen opvallende resultaten meer van hem bekend. Jaap bleef tot het einde van zijn leven in Dordrecht wonen, waar hij eind 1996 is overleden. Frank van Ravensberg |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||