|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Overleden in oktober 1968. Actief van 1923-1934 en in 1943. Veelzijdig atleet die op de werpnummers en in de estafettes zijn grootste successen behaalde. Gerrit maakte de grootste succesperiode van de vereniging (1924-1933, 10x clubkampioen van Nederland) geheel als atleet mee. Maar zijn individuele resultaten mochten er ook zijn. Op 26 mei 1923 kwam zijn naam voor het eerst op de clubrecordlijst, pas op 14 mei 1961 ging zijn naam weer van die lijst af toen Rein Knol zijn discusrecord van 42.77 verbeterde. In zijn eerste seizoen (1923) verbeterde Gerrit 3x het clubrecord kogelstoten. In 1924 werd hij clubrecordhouder op de 4x100 m, kogelstoten (2x) en discuswerpen (2x). Ook zijn tijd op de Zweedse estafette was de snelste HAV-tijd ooit, maar dit nummer is pas veel later op de clubrecordlijst gekomen. De veelzijdigheid van Gerrit kwam vooral in 1925 tot uiting met clubrecords op de 10-kamp, de 100 yards (dezelfde tijd als Jaap Boot en Frits Lamp), bij het discuswerpen en op de 4x400 m. Door zijn werpprestaties debuteerde hij dat jaar in de Nederlandse ploeg. Het eerste Nederlandse record kwam in 1926: op de 4x100 m evenaarde hij met 42.8 het door een andere Haarlemse ploeg gevestigde Nederlandse record (tevens clubrecord). Ook het kogelstoten leverde weer een nieuw clubrecord op. Een jaar later werd Gerrit voor het eerst Nederlands kampioen en wel op de 4x400 m. Met zijn winnende tijd van 3.28.4 werd hij bovendien Nederlands recordhouder (verbeterd in 1933) en clubrecordhouder (pas verbeterd in 1960). Bij het kogelstoten verbeterde hij zijn clubrecord tot 11.75. In 1928 kwam er een nieuw hoogtepunt: deelname aan de Olympische Spelen van Amsterdam. Gerrit werd met 39.80 bij het discuswerpen 23e. Zijn beste worp dat jaar was 41.10,5 (nieuw clubrecord). Bij het kogelstoten bracht hij het clubrecord op 12.08,5. Vanaf 1928 ging Gerrit zich helemaal specialiseren op de werpnummers en dat zou hem in 1929 zijn eerste individuele Nederlandse titel opleveren: met 37.89 won hij het discuswerpen. Bij het kogelstoten werd het in hetzelfde jaar met 12.51 weer een clubrecord. In 1930 werd hij voor het eerst Nederlands kampioen kogelstoten met 12.85 (nieuw clubrecord) en prolongeerde hij zijn kampioenschap bij het discuswerpen (37.68). Een week nadien stelde hij zijn clubrecord kogelstoten al weer scherper (13.01). Voorts was er dat jaar nog een (nooit meer verbeterd) clubrecord op de 10x100 m (1.52.3). De progressie bij Gerrit bleef doorgaan, want hij verbeterde zijn kogelrecord in 1931 weer driemaal: via 13.37 en 13.42 werd het 13.61. Al deze prestaties waren nu ook goed voor (drie) Nederlandse records. Met 40.95 kwam de naam van Gerrit ook bij het discuswerpen op de Nederlandse recordlijst terecht. Op dat nummer werd hij met 39.85 voor de derde keer achter elkaar Nederlands kampioen discuswerpen. Een opvallend Nederlands record verbeterde hij tenslotte op het nummer kogelstoten met 2 handen. Dat was een onderdeel, waarbij je 6 pogingen kreeg, 3x met links en 3x met rechts. De beste rechtshandige (13.40) en de beste linkshandige (9.90,5) poging werden tenslotte bij elkaar opgeteld, zodat Gerrit met 23.30,5 de nieuwe recordhouder werd. Gerrit raakte in 1932 het Nederlands record discuswerpen kwijt aan zijn opvolger Aad de Bruyn (V & L) en dat nog wel op het eigen Haarlem-terrein. Zijn antwoord bleef niet lang uit: met 42.77 pakte Gerrit 14 dagen later zijn record weer terug en opnieuw gebeurde dat op het Haarlem-terrein. Het zou zijn beste worp ooit zijn en het bestuur beloonde hem er na afloop van het seizoen voor met de Kreigsmanbeker. De 4e Nederlandse titel die Gerrit in 1932 bij het discuswerpen greep (39.24) was tevens zijn laatste op dat onderdeel. Het laatste topjaar van Gerrit was 1933. Hij verbeterde zijn eigen Nederlands record bij het kogelstoten tot 13.92 (een prestatie die tot 1952 als clubrecord bleef staan) en werd bij het kogelstoten ook weer Nederlands kampioen. Het was zijn 2e titel bij het kogelstoten en zijn 7e titel in totaal. Bij het discuswerpen werd hij ook nog 2e. In 1934 waren er geen grootse prestaties meer, maar stond hij op de Nederlandse jaarranglijst nog wel 2e bij het kogelstoten (13.26) en 5e bij het discuswerpen (37.81). Daarna kwam er een einde aan de atletiekloopbaan van Gerrit, die in totaal 7x uitkwam voor de Nederlandse ploeg. Gerrit ging naar Nederlands Indie (het huidige Indonesie), was in 1943 nog even actief en was direct na de oorlog bij onze club als trainer werkzaam. Ook was hij er in 1946 bij toen de eerste reunie van de HAV werd gehouden. Gerrit overleed in 1968, hij was toen 67 jaar oud. Frank van Ravensberg |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||