|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Overleden op 5-2-1977 op 70-jarige leeftijd. Actief van 1926-1930. Talent op de middenafstand, dat veel langer dan 5 jaar aan de nationale top had kunnen staan als niet een wetenschappelijke carriere in het buitenland had gelonkt. Andries kwam in 1926 bij de HAV en ontwikkelde zich al snel als een nationale topper, die in de PH-beker van grote waarde is geweest (met de HAV werd hij elk jaar landskampioen). Al in zijn eerste jaar liep hij 52.7 op de 400 m (slechts 0,5 sec. boven het clubrecord van Ad Paulen) en kwam hij met de 4x400 m-ploeg tot zijn eerste Nederlandse titel (3.39.0) en, een week later, zijn eerste Nederlandse record (3.30.8). Een jaar later wisten Andries en zijn ploeggenoten Rinus van den Berge, Gerrit Eijsker en Ad Paulen opnieuw de Nederlandse titel te behalen en wel op het eigen Haarlem-terrein. Op deze grasbaan werd het Nederlands record op 3.28.4 gebracht, een tijd die maar liefst 33 jaar als clubrecord overeind zou blijven en ook nog 6 jaar lang als Nederlands record onaantastbaar bleef. Eveneens in 1927 won Andries ook zijn eerste individuele titel. Hij werd Nederlands kampioen op de 800 m (2.01.0). Ook debuteerde hij dat jaar in de Nederlandse ploeg, waar hij in totaal 3x voor uit zou komen. In 1928 nam de HAV niet deel aan de NK, maar Andries startte wel op de Olympische Spelen in Amsterdam. Hij werd in de 3e 800 m-serie uitgeschakeld. Het jaar 1929 verliep zeer succesvol. Hij speelde een hoogdrol in de zesde achtereenvolgende cupwinst van de HAV, welke slechts met 1/6 punt verschil werd veiliggesteld. Andries won de 800 m en de 4x400 m. Hij werd bovendien opnieuw 2x Nederlands kampioen: op de 800 m (2.02.3) en de 4x400 m (3.30.4). Liefst 5 Nederlandse records schreef hij dat jaar op zijn naam: 800 m, 1000 m (2x) en 3x1000 m (2x). Op de 800 m was Andries met zijn 1.56.6 overigens langzamer dan een eerder (in 1923) door Ad Paulen gelopen tijd (1.55.1), maar die laatste prestatie zou pas in de jaren '30 officieel als Nederlands record worden erkend. Andries was zijn record toen ineens weer kwijt. Naast de reeds genoemde records (die uiteraard ook clubrecords waren) wist Andries zijn naam ook op de 1500 m op de clubrecordlijst te krijgen. Na het seizoen 1929 kreeg hij van het bestuur voor zijn 800 m-tijd de Kreigsmanbeker. 1930 werd het laatste, maar misschien ook wel het beste jaar van Andries. Hij pakte zijn zesde Nederlandse titel door de 800 m in 2.02.2 te winnen, hij bracht het clubrecord op de mijl op 4.31.4 (slechts een fractie boven het Nederlands record van 4.30.2) en verbeterde ook nog de Nederlandse records op de 1000 m (2.35.2 in Parijs (F)), 1500 m (4.08.6), 3x1000 m (8.06.2) en de Olympische estafette (3.37.2, een tijd die liefst 38 jaar als clubrecord bleef staan). Andries ging in september 1931 voor 26 jaar naar Nederlands-Indie (het huidige Indonesie). Hij woonde daar in Buitenzorg/Bogor en was laatstelijk Hoofd van de afdeling Jacht en Natuurbescherming van 's lands Plantentuin, welke instelling later de naam kreeg van Koninklijke Plantentuin van Indonesie. Hij was vooral veel te vinden in het reservaat Udjung Kulon in het uiterste zuid-westen van Java. Daar maakte hij schitterende filmopnames en foto's van een tijger en van de laatste rhinocerossen. Hij wist zoveel van de tropische natuur, dat er zo'n 250 wetenschappelijke publicaties van zijn hand zijn verschenen en hij internationale bekendheid verwierf. Diverse onderscheidingen zijn hem ten deel gevallen. In 1957 keerde Andries terug naar Nederland. Hij ging uiteindelijk wonen in Castricum, waar hij in 1977 aan een hartstilstand overleed. Frank van Ravensberg |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||