|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Actief van 1961-1970. Kwam daarvoor uit voor THOR (Kampen). Een van de meest veelzijdige atleten, die niet alleen op de 10-kamp, maar ook bij het hoog- springen en op de werpnummers tot opvallende prestaties kwam. De boomlange atleet (1.94) uit Kampen begon in 1954 met atletiek en stond al als junior (toen hij nog voor THOR uitkwam) aan de top, toen hij Nederlands jeugdkampioen discuswerpen werd. In die tijd kwam hij bij het hoogspringen ondanks een zeer gebrekkige techniek (de Schotse sprong) tot 1.83. In 1960 wist hij zich zelfs te verbeteren tot 1.90, waarmee hij bij de senioren Nederlands kampioen werd. Eenmaal bij de HAV gekomen werd er onder de bezielende leiding van trainer Wim Kaan meteen gewerkt aan het aanleren van de toen gangbare straddle-techniek, hetgeen niet direct, maar toch vrij snel tot tastbare resultaten leidde. In 1961 moest hij weliswaar afstand doen van zijn titel op het hoogspringen en werd hij op de NK slechts 3e (op de 200 m horden) en 5e (op de 10-kamp), toch stond hij dat jaar maar liefst op 8 onderdelen bij de eerste 25 van Nederland: 110 m horden, 200 m horden, hoog, ver, h.s.s., kogel, discus en 10-kamp. In 1962 was hij bij het hoogspringen terug aan de top: hij heroverde met zijn nieuwe techniek de Nederlandse titel en werd bovendien 4e op de 10-kamp. In 1963 moest Rein genoegen nemen met zilver, alhoewel hij dezelfde hoogte haalde als winnaar Jan van Heek (Holland leiden). Dat jaar kwam hij echter wel tot zijn beste prestatie bij het hoogspringen: 1.94 tijdens een clubontmoeting in en tegen het Duitse Osnabruck, waarmee hij tevens het onderdeel won. Die 1.94 was slechts 6 mm onder het toenmalige Nederlandse record van Jan Brasser (AAC). De zwaargebouwde (90 kg) Rein pakte in 1964 voor de derde keer goud op zijn beste onderdeel en werd ook nog 5e op de 10-kamp. Daarna kwam hij op de NK weliswaar nooit meer in de prijzen, maar op diverse onderdelen bleef hij tot en met 1970 wel aan de nationale top staan. In 1965 werd hij 5e bij het hoogspringen en was hij de held van het Nederlands team dat in Londen tegen de 10-kampers van België en Groot-Brittannië streed. Onder miserabele weersomstandigheden slaagde Rein erin om, ondanks dodelijke vermoeidheid, zijn directe Belgische tegenstander op de 1500 m op 28,4 seconden te zetten, waardoor Nederland de Belgen met slechts 8 punten verschil klopte. Van 1968 tot en met 1970 was Rein vooral als trainer actief en het was juist in die periode dat hij al zijn beste prestaties op de werpnummers nog eens aanscherpte. Rein kwam in zijn Haarlem-periode vanaf 1962 in totaal 10x uit voor de Nederlandse ploeg, alleen al in 1962 4x (in Londen (GB), Bergen op Zoom, Horssens (DK) en het Schotse Edinburgh), in 1964 2x (in Den Haag en het Belgische Opladen) en in 1965 2x (o.a. Londen (GB). Bij de clubkampioenschappen werd Rein in 1961 2e, in 1963 1e en in 1965 2e. Clubrecords verbeterde hij op meerdere onderdelen: hoog (4x, zijn 1.94 werd na 8 jaar door Ruud Wielart verbeterd), kogel (zijn 14.71 hield maar liefst 22 jaar stand), discus (4x, zijn 46.44 werd na 11 jaar overtroffen), kogelslingeren en hoog indoor. Rein kreeg voor zijn hoogspring prestaties 2x de Kreigsmanbeker: in 1962 en in 1963. Hoe allround de sport carrière van Rein was moge ook blijken uit het feit dat hij 's winters ook nog basketbal speelde in het eerste team van Antilopen. Rein woont nu in Egmond aan Zee. Frank van Ravensberg |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||