|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Overleden in 1983. Actief van 1931 t/m 1944. Onze beste hordenloper aller tijden: een geweldig stilist en perfectionist. Wim trad in de voetsporen van zijn oudere broer Arie door in 1931 gelijk door te stoten naar de Nederlandse top op de hordennummers: hij werd dat jaar meteen maar 2x Nederlands kampioen op de 110 m horden (15.8) en de 200 m horden (26.1). De laatste prestatie in Amsterdam was goed voor een Nederlands record. Op de 110 m horden loste hij zijn broer Arie als clubrecordhouder af door in de gewonnen PH-bekerfinale in Haarlem naar 15.5 te sprinten. In 1932 waagde Wim zich voor het eerst aan de 400 m horden. In Antwerpen (B), waar hij debuteerde in de Nederlandse ploeg, ging meteen in zijn eerste wedstrijd het clubrecord eraan (59.4) en vervolgens liep hij in Amsterdam naar de Nederlandse titel en een Nederlands record (57.2). Deze tijd zou 5 jaar als nationaal record en 27 jaar als clubrecord blijven staan. Op de 110 m horden wist Wim zich dat jaar eveneens in de kijker te lopen. Twee maal verbeterde hij in Amsterdam het clubrecord en beide keren betekende dat ook een Nederlands record: in juni werd het 15.4 en een maand later, tijdens het door hem gewonnen Nederlands kampioenschap, 15.3. Daarmee was Wim gedurende 4 dagen Nederlands recordhouder op alle drie de hordennummers (om precies te zijn van 3 tot en met 6 juli 1932, want op 7 juli werd zijn record op de 200 m horden verbeterd). Ook in 1932 maakte Wim weer deel uit van de kampioensploeg van de HAV in de strijd om de PH-beker. Historisch was de dubbele overwinning die zijn broer Arie en hij in Haarlem op de 110 m horden behaalden in de wedstrijd HAV tegen de rest van Nederland. In twee naast elkaar gelegen banen gestart kwamen de broers in dezelfde tijd (15.9) zij aan zij en winnend over de streep. Verrassend was het dat Wim in Assendelft in 1932 ook nog clubrecordhouder bij het hoogspringen werd met de enigszins vreemde hoogte van 1.73,4. Uniek was de serie die Wim in 1933 neerzette: hij werd Nederlands kampioen op alle hordennummers (110 m in 15.6; 200 m in 25.6 en 400 m in 57.2), hij liep een Nederlands record op de 110 m horden (15.1), hij evenaarde zijn eigen Nederlands record op de 400 m horden (57.2) en hij liep een clubrecord op de 200 m horden (met 25.6 bleef hij ook maar 0,1 seconde boven het Nederlands record). Hij werd ook voor de 3e achtereenvolgende keer met de HAV clubkampioen van Nederland. Ondanks deze successen was Wim pas op zijn sterkst in de 2 jaren die volgden. In 1934 won hij de 110 m horden zowel bij de Nederlandse kampioenschappen (15.1) als tijdens de PH-bekerfinale (15.2). Hij was het seizoen al sterk begonnen met een tijd van 15.1 (evenaring Nederlands record) in Amsterdam bij de clubontmoeting Blauw Wit - HAV - Beerschot (B). In juni werd hij in Antwerpen (B) bij wedstrijden van Royal Beerschot AC namens de Snelvoeters (een soort Nederlands team) 2e voor o.a. de sterke Engelsman Harper. Tijdens een wedstrijd in Berlijn (D) begin juli ging hij al weer sneller: met 15.0 behaalde hij een prachtige overwinning en liep hij opnieuw een Nederlands record. Helaas werd Wim medio juli bij de AAA-kampioenschappen in Londen (GB) gediskwalificeerd. De prestaties van Wim werden voldoende bevonden om uitzending te rechtvaardigen naar de eerste Europese kampioenschappen in Turijn (I). Wim maakte zijn uitzending meer dan waar. In de halve finale snelde hij naar 14.9, de zoveelste verbetering van zijn Nederlands record, en plaatste hij zich met gemak voor de finale. Daar werd het een mooie 4e plaats zonder officiële tijd (die nam men alleen voor de eerste drie op, maar waarschijnlijk liep Wim 15.0), maar nipt achter de nummers 2 (de Duitser E. Wagner met 14.9) en 3 (de Noor Albrechtsen met 15.0). Nooit presteerde een Haarlemmer op een individueel nummer tijdens een internationaal buitenkampioenschap beter. Aan het einde van het seizoen 1934 stond Wim op de Nederlandse jaarranglijst maar liefst een volle seconde voor op de nummer twee (Janse van V & L met 15.9). Wim liep zijn beste tijd ooit in 1935. Hij snelde in Amsterdam op de 110 m horden naar 14.8, een Nederlands record, dat weliswaar al na drie jaar werd verbeterd, maar welk record wel tot 1987 (dus 52 jaar lang!) als clubrecord standhield. Ter vergelijking: met zijn tijd uit 1935 stond Wim op de Nederlandse ranglijst aller tijden van 1961 nog 7e en in 1977 nog 19e. Natuurlijk werd Wim in 1935 ook weer Nederlands kampioen, zowel op de 110 m horden (15.5) als op de 400 m horden (58.8). Ondanks zijn inmiddels geweldige staat van dienst en het feit dat hij op de NK van 1936 weer succesvol was (goud op de 110 m horden met een tijd van 15.3 en zilver op de 200 m horden achter winnaar B. Mesman-Schulz van AV '23, die hem met 25.5 om 25.9 versloeg), werd hij niet uitgezonden naar de Olympische Spelen van Berlijn (D), wat toch wel als een grote fout gezien mocht worden. Overigens werd Wim, wellicht teleurgesteld, in de PH-bekerfinale verrassend verslagen (een 2e plaats voor hem). Na 6 achtereenvolgende titels op de 110 m horden moest Wim in 1937 ook op de NK een stapje terug doen: hij pakte zilver met 15.2, waarbij hij de AAC-er Jan Brasser (15.0) moest laten voorgaan. Wel won Wim de titel op de 200 m horden (25.7). Na 1937 stopte Wim een paar jaar met topatletiek. Totdat de PH-bekerfinale van 1941 in Rotterdam (Nenijto) eraan kwam. Het was voor het eerst sinds 1933 dat de HAV weer een reële kans maakte om clubkampioen van Nederland te worden en daarbij kon men de kwaliteiten van Wim uitstekend gebruiken. Wim werd benaderd en gebruikte de 14 dagen die hem nog restten voor een intensieve geconcentreerde voorbereiding. Bij het maken van proefstarts voor de wedstrijd merkte de perfectionist Wim (als enige) dat de hordes een paar centimeter verkeerd stonden. Tegenstribbelend en nadat hij e.e.a. onder protest had nagemeten moest de terreinopzichter toegeven dat Wim gelijk had. Wim won de 110 m horden, waardoor de HAV bij het eerste nummer direct zo'n psychologische dreun uitdeelde aan de concurrentie, dat de cup werd binnengehaald. Twee jaar later behoorde Wim opnieuw tot de winnende HAV-ploeg. In de oorlogsjaren behaalde Wim ook nog vele medailles op de NK: 3x goud op de 110 m horden (15.5 in 1941; 16.0 in 1943; 15.5 in 1944); goud (26.0 in 1943) en brons (26.5 in 1941) op de 200 m horden en goud (59.1 in 1944) op de 400 m horden. Eind 1944 stopte Wim definitief met atletiek na een loopbaan met 17 Nederlandse titels, 8 landenwedstrijden en 8 Nederlandse records. Na de oorlog ontstond er een aantal jaren een verwijdering tussen de HAV en Wim. Van 1955 tot 1964 was hij terug als trainer van de senioren. Zo trainde hij o.a. Rein Knol, Wim Krijnen en Jeltjo Doornbosch, allen niet toevallig ook sterke tienkampers. Ook nam Wim zitting in de eerste Technische Commissie van onze club. Later verhuisde hij naar Limburg. Wim werd door het bestuur 2x onderscheiden: in 1931 met de Kreigsmanbeker en in 1959 met de Paulenbeker. Begin 1983 is hij op 70-jarige leeftijd overleden. De oudere broer van Wim, Arie Kaan, met wie Wim begin jaren dertig veel samen op wedstrijden verscheen (en meestal vooraan), zijn we al eerder in deze top 100 tegengekomen (op 69). Frank van Ravensberg |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||